Muizelmolen

Adres: Muizelstraat 88
Eigenaar: Familie Tibergyn
Bouwjaar: 1799 / 1840
Type: Stenen stellingmolen
Functie: Korenmolen
Kenmerken: Vroeger ook oliemolen; volledig gietijzeren molenas
Gevlucht/Rad Geklinknageld, ca. 24 meter
Inrichting: Twee steenkoppels, haverpletter
Toestand: Maalvaardig
Bescherming M: monument,
14.04.1944 - 09.02.1946

Beschrijving / geschiedenis

De Muizelmolen, langs de Muizelstraat, is ongetwijfeld het mooiste monument van Hulste.

De eerste Muizelmolen werd gebouwd in 1799 door landbouwer Joseph Vandaele uit Hulste. Het was een houten molen op een hoog gemetseld torenkot; die gebruikt werd om graan en oliehoudende zaden te malen. In 1817 stak de buur boer Verhelle uit naijver jegens de toenmalige molenaar Joannes Delaere de molen in brand.

In 1840 werd er de huidige stellingmolen gebouwd door Jean-Baptist Loncke, een telg uit de molenaarsfamilie die 12 generaties lang de sinds 1912 verdwenen Hoog-Wallegemmolen draaiende hield. Het bouwjaar is met grijze bakstenen op de molenromp aangegeven. Bij de bouw werd Doorniks kalk en roggemeel gebruikt, terwijl de stenen werden gebakken uit klei van de 'Vryleghem' hofstede. De molen is gebouwd op het hoogste punt van Hulste, namelijk de heuvelkam tussen de Leie- en de Mandelvallei. Het werd een koren- en oliemolen. De korenmolen bezit twee koppel stenen en een haverpletter. De spanwijdte van de wieken bedraagt 25 meter.

Het timmerwerk is van de hand van Jan François Dugardyn. Op de benedenverdieping was een olieslagerij gevestigd. Dit is nu nog te zien aan de drie holtes in de muur en het gat van de schoorsteen. Op de eerste verdieping bevindt zich de maalzolder, met twee toegangen tot de houten gaanderij die de gehele molen omsluit. Op deze zolder werd het meel opgevangen. Aan het plafond is het hefboommechanisme bevestigd om de afstand tussen de maalstenen te regelen.

Nog een verdieping hoger, op de steenzolder, bevinden zich de twee koppels maalstenen, waarvan er één van Franse afkomst is. Eén koppel maalstenen dient om meel voor veevoeder te malen, het andere koppel is om bloem te malen. Normaal moeten hier twee hefboommechanismen aanwezig zijn om de bovenste steen op te tillen. Deze kan gedraaid worden om door een gespecialiseerde steenkapper 'gescherpt' te worden. Op dezelfde verdieping bevindt zich ook de haverpletter.

Nog hoger bevindt zich de luizolder. Hier is duidelijk te zien hoe men de oude verrotte balken hersteld heeft zodat deze opnieuw in de muur dragen. Bij de restauratie werd de buitenkant van de muur met silicone behandeld om waterindringing te voorkomen. Daarboven is er de kapzolder. De hoofdbalk is afkomstig van de eerste molen. De naam van de toenmalige eigenares, Maria Josepha Vandaele, staat er in gegraveerd. In de grenen as staat het jaartal: 1799.

De vroegere grote eiken wiekenas was gemaakt uit hout uit de kasteelbossen van Ooigem. De beweegbare kap draaide eertijds op een paternosterzetelconstructie, die in 1970 vervangen werd door een Engels rollenkruiwerk, waardoor de kap heel wat gemakkelijker gekruid kon worden.

De molen was oorspronkelijk uitgerust met twee paar stenen voor het malen van koren, een haverpletter en een kollergang, zodat ook olie kon worden geslagen. Dit koppel kantstenen werd in 1920 verwijderd en in 1938 werd een mechanische maalinrichting in een afzonderlijk gebouw bijgeplaatst. Het gevlucht heeft een diameter van 25 m, wat uitzonderlijk groot is voor een dergelijke windmolen.

In 1942 werden er belangrijke herstellingswerken uitgevoerd en in 1949 kreeg de molen nieuwe wieken. De oude slechtdraaiende zetel werd vervangen door een nieuwe lichtlopende kapring op 30 gietijzeren rollen. Men plaatste ook een nieuwe stellinggaanderij, nieuwe vloeren, vensters en steenkisten. Op 17 september 1965 brak, terwijl de molen in volle bedrijvigheid was, de houten as af, juist achter de schichten. Het molenkruis stortte naar beneden op de gaanderij, waar het bleef hangen. Pas 4 jaar later startten de herstellingswerken. Uit de stenen molen van Wortel (prov. Antwerpen), gebouwd in 1871, werd een gietijzeren as aangevoerd, die op zijn beurt afkomstig was uit Rijpwetering (NL). Toch zou de molen niet lang meer werken, want in 1974 besloot de toenmalige molenaar Abias Tuytens wegens gezondheidsredenen alle activiteit stil te leggen.

Een dossier tot volledige restauratie werd ingediend bij de Afdeling Monumenten en Landschappen op 20 december 1993 de Muizelmolen maalvaardig te herstellen.. Op 1 juni 1994 waren alle formaliteiten vervuld (zowel de goedkeuring van de verschillende instanties als de overeenkomsten met de aannemers). De restauratie werd uitgevoerd onder de deskundige leiding van architect Paul Gevers uit Kasterlee. Molenmaker Roland Wieme uit Petegem-Deinze stond in voor het molentechnisch werk en hield ook toezicht op de andere restauratiewerken. Na een jaar was de restauratie voltooid. Sedert Open Monumentendag 1995 is de molen terug toegankelijk voor het publiek.
[ Lieven Denewet, Hooglede]

Literatuur:
Chr. Devyt, "Westvlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965", Brugge, 1966, p. 80;
Luc Devliegher, "De molens in West-Vlaanderen", Tielt/Weesp, 1984, p. 212-215 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9);
Jeroen Cornilly, "Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel 1. Arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt", Brugge, 2001, p. 53;
"Onze Molens. Water-, wind-, en rosmolens in Harelbeke - Bavikhove - Hulste - Stasegem", Harelbeke, 1990, p. 58-67;
E. D(e) K(inderen), "De Muizelmolen te Hulste", in: Levende Molens, III, 1980, afl. 5, p. 69-70;
J. Maes, "De Muizelmolen van Hulste", in: De Belgische Molenaar, LXIII, 1968, p. 63-64;
P. De Brabandere, "Muizelmolen" (Hulste), in: Biekorf, XLII, 1936, p. 86-87 en 196-197;
J.B., "De molen van Abias te Hulste", in: Het Volk, 29 maart 1978;
Paul Tibergijn, "De historiek van de molen en zijn bewoners", (Hulste, 1995), 42 p